Interview met oud-leerling cardioloog Oscar Semeraro

“Ik probeer gewoon het beste te doen voor de mensen”

In de reeks ‘Topdokters’ van de Gazet van Antwerpen, kwam gisteren oud-leerling Oscar Semeraro aan het woord. Als Mechelaar en zoon van twee arbeidsmigranten studeerde hij in onze school af in 1991. Nu is hij cardioloog in het Sint-Maartenziekenhuis.

Het waren de jaren 60 toen de ouders van Oscar Semeraro vanuit Zuid-Europa naar België trokken om te werken. Pas hier leerden de twee arbeidsmigranten — zij uit Spanje, hij uit Italië — elkaar kennen. Ze verhuisden voor hun werk naar Mechelen, waar Oscar Semeraro geboren werd.
“Mijn ouders hebben altijd hard gewerkt om de studies van mijn broer en mij te kunnen bekostigen”, vertelt dokter Semeraro. “Wij hebben vervolgens hard gewerkt om onze eigen weg te maken.” Als jonge Mechelaar liep Semeraro school in het Scheppersinstituut.
“Vanaf het middelbaar konden mijn ouders ons niet echt meer helpen met ons huiswerk en moesten we alles zelf doen. Ze hebben mij en mijn broer — ondertussen binnenhuisarchitect — wel volop gesteund. lk heb er nooit echt bij stilgestaan, maar nu besef ik dat het voor hen niet altijd gemakkelijk moet geweest zijn. Praten doen we er niet over, maar ik voel dat ze nu trots zijn op wat ik bereikt heb.” Omdat hij aan het Scheppersinstituut acht uur wetenschappen kreeg, dacht dokter Semeraro dat hij ingenieur zou worden. “Op het moment dat ik moest beslissen, leek geneeskunde me boeiender. Al snel voelde ik dat ik de juiste keuze had gemaakt. Toen ik vervolgens moest specialiseren, wist ik dat ik niet alleen met mijn handen wilde werken, maar ik wilde ook meer doen dan aan een bureau pilletjes voorschrijven. Cardiologie was de gepaste specialiteit. Ook omdat er zoveel variatie inzit. Ik doe nu interventionele cardiologie, plaats stents en hartkleppen. Het ene moment zorgt ik voor screenings of medische beeldvorming, dan weer zijn er de acute interventies.”

Nachtelijke wachten

Oscar_Semerano_2Af en toe twijfelde de Mechelaar wel eens over zijn keuze. “Als assistent draai je soms weken van meer dan tachtig uur. Dan vraag je je al eens af: Waar ben ik mee bezig? Is dit het wel? Zeker als je na een shift van 24 uur om 8u ‘s ochtends opnieuw aan je patiëntenronde kunt beginnen. Ik ben blij dat ik doorgezet heb, want ik doe mijn job graag.” Al zijn de tijden wel veranderd, toch haalt de cardioloog die tachtig uren wel nog eens. “Nu is het meestal een beetje minder. Ik werk zeven halve dagen in het ziekenhuis, thuis doe ik nog consultaties. Soms zijn het lange dagen, tot 22u, 23u. Een op de drie weekends ben ik van wacht. Dat is wat mij betreft het lastigste. Als ik om 3u ‘s nachts uit mijn bed gebeld word, sta ik recht, stap ik in de auto en doe ik mijn werk. Aan de tafel neemt de adrenaline het over. Als ik de volgende dag om 8u opnieuw in het ziekenhuis moet staan, valt me dat zwaarder. Ik ben helaas geen 18 meer.” “Ook voor mijn familie zijn die wachtdiensten in het weekend lastig. Ik moet binnen de 20 minuten in het ziekenhuis kunnen staan, dus kan ik niet even naar Antwerpen voor een uitstap of etentje. Eigenlijk is het vooral mijn familie die de gevolgen draagt van zo’n wachtdienst.” Als de twee kinderen van 10 en 12 jaar vragen waarom vader zoveel werkt, dan antwoordt Semeraro heel simpel: “Omdat ik het graag doe, mensen helpen. Het is mijn passie. Mijn zoon heeft het voorbije schooljaar trouwens een spreekbeurt gegeven over cardiologie. Als ik hem vraag wat hij later wil doen, is dat ook zijn antwoord: cardiologie. Meestal antwoord ik snel: ‘Doe iets anders!’ Nee, ze mogen uiteraard doen wat ze graag doen.”

Dankbare patiënten

Wat dokter Semeraro zelf zo fijn vindt aan zijn job: de dankbaarheid van zijn patiënten. “Als je mensen met een acuut probleem kunt helpen, zijn ze daar heel erg erkentelijk voor. Sommige patiënten zijn zelfs vrienden geworden. Of dat mag? Wellicht niet. Ook dokters hebben een menselijke kant, dus gebeurt het wel eens.” Het probleem van cardiologen: ze kunnen niet iedereen helpen. in België overlijdt zo’n 9% van de mensen die getroffen wordt door een hartinfarct tijdens de hospitalisatie. “Niet allemaal op de operatietafel natuurlijk. Al gebeurt dat ook. We werken met een ervaren team, weten wat we moeten doen bij een noodinterventie. Al gaat de stress binnenin me soms hevig tekeer, aan de buitenkant toon ik die niet. Het is mijn werk, hè. Ik wist wat ik kon verwachten toen ik eraan begon. Lukt zo’n interventie, dan ben ik euforisch en blij. Overlijdt er iemand, dan ervaar ik tegenovergestelde gevoelens. Al kan ik het met ouder worden steeds beter relativeren. Anders houd je het niet vol.” Dokter Semeraro weet van zichzelf dat hij doet wat hij kan, dat helpt. “Al is dat niet altijd genoeg. Dan ben ik niet kwaad, wel teleurgesteld. Ik probeer ook —maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan—alles in het ziekenhuis achter te laten als ik vertrek. Constante stress, dat is niet goed. Ik wil de zorgen van het ziekenhuis ook niet naar mijn familie brengen. Dus praat ik er thuis niet over. Mijn vrouw zegt wel eens: ‘Ik kom alleen iets van je werk te weten als we op stap zijn met collega’s’.

Trainer bij Sporting

Hoe hij die stress dan wel kan loslaten: door te sporten. “Ik probeer geregeld te fietsen, al komt het er niet vaak van door tijdgebrek. Ik luister ook graag en veel naar muziek: jazz en funk. Op festivals, thuis, overal. Dat helpt om alles even los te laten. Net als mijn sociale activiteiten. Ik probeer tijd vrij te maken voor mijn jeugdvrienden. Er moet in mijn leven meer zijn dan geneeskunde.” Voorts gaat al zijn vrije tijd naar zijn familie. Zijn dochtertje danst, zijn zoon voetbalt. Dus is dokter Semeraro meestal heel het weekend op pad. “Vanaf dit seizoen word ik bij Sporting Mechelen trainer van de ploeg van mijn zoon. Er is een acuut tekort aan coaches. Samen met twee andere vaders willen we het proberen. We zien wel of het lukt.” Sport is ook een rode draad in het werk van de cardioloog. “Samen met enkele collega’s heb ik in Mechelen het Medical Spons Lab opgericht, al ben ik erondertussen mee moeten stoppen. Door de werklast in het ziekenhuis kan ik het niet langer combineren.

Oscar_Semerano_3

Ik begeleid wel nog steeds topsporters. Zo heb ik in aanloop naar het EK samen met een collega alle Rode Duivels gescreend.” Als het van de cardioloog afhangt, screent hij straks ook de U13 van Sporting Mechelen. “Ik ben van mening dat ieder kind dat sport, best gescreend wordt. We hebben een tijdje onderhandeld met de Belgische Voetbalbond om een standaardprocedure in te voeren. Zonder succes. Het is ook een kwestie van het stimuleren van ouders, daar is nog wat werk aan. Het is absoluut noodzakelijk. We gaan niet elk probleem kunnen detecteren, maar elke sporter die doodvalt, is er één te veel.”

Leren reanimeren

Naast verplichte screenings van jonge sporters heeft de cardioloog nog een andere wens: dat elke scholier tijdens de lesuren leert reanimeren. “Ik wil dat de regering daar werk van maakt, ja. Een paar jaar geleden kreeg iemand uit mijn familie een hartinfarct door een astmacrisis. Hij heeft een kwartier, twintig minuten op straat gelegen voor de MUG arriveerde. Als er iemand in de buurt was die kon reanimeren, had hij het gered.” “Verschillende mensen willen dat idee doordrukken, zoals mijn goede vriend dokter Brugada. De regering beslist, maar wij kunnen wel proberen een beetje te pushen. Ik organiseer nu zelf al sessies voor jongeren en scholen. In drie à vier uur tijd kan een 18-jarige leren reanimeren. In een middelbare schoolopleiding van zes jaar moet daar toch ergens tijd voor te vinden zijn?”
Het is volgens de cardioloog ook efficiënter dan de aankoop van defibrillatoren. “Uiteraard hebben die hun nut, zeker op drukke plaatsen zoals winkelcentra. Het belangrijkste blijft wel dat mensen zelf kunnen reanimeren. Het is toch niet onmogelijk om elke 18-jarige met een cursus te laten afstuderen? Krijgt er iemand een hartstilstand, dan kan iedereen de eerste zorgen toedienen, tot het medische korps het overneemt.”

Mechelse nieuwbouw

Ondertussen koestert de cardioloog nog andere dromen. “Zoals de terugbetaling van nieuwe methodes. Bijvoorbeeld: het plaatsen van hartkleppen via de lies. Een andere droom en die wordt ondertussen werkelijkheid: de nieuwbouw. Het nieuwe ziekenhuis is een van de redenen dat ik het UZ Brussel heb ingeruild voor Sint-Maarten. Ook mijn Mechelse roots hebben daar uiteraard meegespeeld. De dienst cardiologie in dat nieuwe Mechelse ziekenhuis moet top zijn en ik wil daar mijn steentje toe bijdragen.’ Of we dokter Semeraro om al die plannen en dromen ambitieus mogen noemen? “Ik denk het wel, ja. Voor mij gaat ambitie vooral om mijn werk zo goed mogelijk doen, kwaliteit leveren. Alle dokters die het onderste uit de kan halen voor hun patiënten, zijn goede dokters. Echte topdokters die bestaan niet voor mij. Ook ik ben er dus geen. Ik ben gewoon een dokter die zijn best probeert te doen voor de mensen.”

Bron: gva.be

 

6,171